"De Leeuw is Los"!
Navigatie

De geschiedenis

De geschiedenis

Skûtsjes zijn oude vrachtschepen die vroeger werden gebruikt om turf, mest en andere lading, via de Friese binnenwateren, bij de boerderijen te brengen. Omdat de schepen hiervoor vaak door ondiepe vaarten voeren werden ze lang en plat gemaakt. De oude vrachtenschepen worden daarom ook wel platbodems genoemd.

Doorgaans wegen de skûtsjes niet meer dan 50 ton. Een skûtsje dat deel mag nemen aan wedstrijden is niet langer dan 20 meter en niet breder dan 3.90 meter en, bij voorkeur lang geleden, in Friesland gebouwd.

In een ver verleden werd er gezeild om geldprijzen. Schippers konden, in perioden van weinig werk, een aardig centje bijverdienen. Na gedane arbeid was de behoefte aan een stevige en kruidige hartversterker groot. Skûtsjesilen is per slot van rekening een ongekend zware klus. De skûtsjeschippers stortten zich dan ook massaal op de altijd aanwezige Berenburg. De nationale Friese drank.

‘De Rienk Ulbesz’

Toen de organisatie van de wedstrijden in handen kwam van enkele notabelen liep de belangstelling voor de sport gaandeweg terug. Het skûtsjesilen zoals wij dat nu kennen dateert van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Met de oprichting van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen ontwikkelde de sport zich tot een belangrijke culturele gebeurtenis in Friesland.

De bemanning van het Leeuwarder Skûtsje ontdekte het huidige schip in Amsterdam. Op zoek naar een kansrijk schip, viel het oog op een prachtig exemplaar dat een onwaardig bestaan als woonboot leidde. Overtuigd van de kwaliteiten van het schip, besloot men hiermee de felle concurrentie aan te gaan. En hoe! Met de ‘Rienk Ulbesz.’, genoemd naar de legendarische Skûtsjeschipper Ulbe Zwaga en zijn zoon Rienk werden grote successen geboekt.

Copyright © 2024 Stichting Ljouwerter Skûtsje